Het MEC museum is een particulier museum, en is in 2016 geopend. Op dit terrein stond eerder een grasdrogerij, deze werd in 1961 gebouwd en was het eerste definitieve bedrijf in Oostelijk-Fevoland.
In augustus 1997 moest het dicht in verband met stankoverlast in Dronten dat steeds verder uitbreide richting de grasdrogerij.
Via een zogenaamde tender werd het terrein in 2011 toegewezen aan de familie Huisman te Lelystad die er het Mechanisch Erfgoed Centrum wilden realiseren. Ze hebben eerst het terrein moeten saneren, in verband met grondvervuiling. Het museumgebouw van 75 bij 45 meter, is een voormalige busremise uit Nijmegen, waar een glazen voor en achter pui in werden geplaatst, en met een sedumdak. Er werd en bedrijfswoning bij gebouwd en een technische dienst gerealiseerd. En verder een marktplein, een terras, een kade en een parkeerterrein, waar gratis geparkeerd kan worden.
Naast de eigen verzameling werden verschillende museum stukken aangekocht en door giften verkregen. Er word wekelijks oude spullen aan ons aangeboden. Ook door overnames, van o.a. Machine Museum Zwolle, dat in 2012 gesloten werd, veel scheeps en stationaire motoren. Een opgeheven museum uit Minnertsga, landbouwmachines en gereedschappen en een roeiboot. Er is in 2014 een smederij leeg gehaalt die in de jaren 60 dichtgetimmerd werd omdat deze niet mer aan de arbo eisen voldeed. Van het Grafisch Lyseum uit Utrecht kregen we veel drukkerij machines. Het opgeheven Elektromuseum uit Hoenderlo, waar hele vrachten elektro gerelateerde spullen vandaan zijn gekomen. Het Radio en Speelgoed Museum uit Onstwedde, waarmee wij weer een radioafdeling van konden inrichten. Verschillende machines van het Nemo Science Museum uit Amsterdam, waaronder liften en liftmaterialen en enkele grote vitrines. De mijnenveger uit de 2de wereldoorlog was al vanaf 2010 in het bezit van Dop Huisman. Het Decauville Spoorweg Museum uit Harskamp, wat daar weg moest, heeft hier een onderkomen gekregen, met een werk-smalpoor door de wadi. Binnenkort word er hiervoor een aparte smalspoor remise gebouwd. IJsbreker de Walvis uit 1949 is door aankoop gered van de sloop. Van de "Vriendenkring stoomschip Vereeniging" in Almere hebben wij veel machines gekregen, zij moesten er mee stoppen omdat ze het financieel niet meer rond konden krijgen.
Achter het terrein ligt een wadi, het natuurgebied 'De Biesel', vroeger was er een vaargeul of zandbank in de buurt van deze plek. Vissers op de voormalige Zuiderzee gebruikten die naam voor navigatie en oriëntatie.
Deze wadi (Water Afvoer Drainage Infiltratie) is noodzakelijk voor de afwatering van het parkeerterrein. Er is een boomgaard en een waterpoel aangelegd voor kikkers. Achterin dit terrein staan bijenkorven, en in de zomermaanden word er een bijensafari gehouden door imker en korfvlechter Rob Triest. Onder het terras van het woonhuis zijn 142 gaten geboord voor oeverzwaluwen, deze worden elk jaar door vrijwilligers van Stichting Landschapsbeheer Flevoland onderhouden. Bij de ingang zijn een aantal veldjes gecreëerd, waarin fruitbomen, en bloemen zijn omzoomd door een grasveld, ook hierin zijn enkele machines opgesteld. Op het museum ligt een prachtig duurzaam sedumdak van 3375m², één van de grootste aaneengesloten groene daken van Nederland.
Het hele terrein is bestraat met historische klinkers en met koperslakkeien. Koperslakkeien zijn kleur- en slijtvast, zodat onze stoomwalsen er zonder problemen over kunnen rijden.
De klinkers zijn in vele verschillende patronen gelegd zoals, wildverband, blokverband, elleboogverband, halfsteensverband, visgraadverband. enz. Ook komen de klinkers van diverse plekken uit de polder, zoals van de Knardijk, deze klinkers worden als het vriest het eerst wit.
Het geheel is afgewerkt met banden van graniet.
Ook de kade is gelegd met koperslakkeien en afgewerkt met een ijzeren rand.
Aan de kade liggen historische schepen.
Er is aan aanlegsteiger, waar passanten 3 dagen mogen blijven liggen.